Christendom zal gastvrij zijn of het zal niet zijn
De Brugse priester Gabriël Quicke publiceerde een rijk en gevat boek over de gastvrijheid. Vanuit diverse invalshoeken diept hij die christelijke deugd uit. Sinds kort is hij rector van de Belgische kerk Sint-Juliaan-der-Vlamingen in Rome. Zonder het te beseffen toen hij dat boek schreef, kan Van ontmoeting naar gastvrijheid worden gelezen als zijn programmaverklaring voor die pelgrimskerk. De deuren waren er lange tijd gesloten, vanaf nu gaan ze weer open.
Emmanuel Van Lierde
In zijn jongste boek Van ontmoeting naar gastvrijheid gaat Gabriël Quicke eerst te rade bij vier filosofen: Martin Heidegger, Gabriel Marcel, Martin Buber en Emmanuel Levinas. Op een of andere manier geven ze alle vier aan dat pure zelfbeschikking een illusie is en dat je pas ten volle mens wordt vanuit de relatie met de ander. “Heidegger stelt dat we in het bestaan zijn geworpen en dat we een taak hebben in deze wereld in de zorg voor elkaar. Marcel benadrukt poëtischer het belang van de relatie met de ander. Er gaat van de ander een appel uit tot samen-zijn, ‘co-esse’. Hij schrijft dat het dankzij de ander is dat we onszelf beter kunnen begrijpen. Maar in die oproep naar samenzijn ziet Marcel ook een vraag naar volheid, naar het absolute. Ontmoeting is in wezen aanwezigheid en dat omschrijft hij als ‘samen in het licht staan’. Een echte ontmoeting is omgeven door mysterie”, legt de Brugse priester uit. “De opvattingen van Buber en Levinas zijn wellicht bekender. Die laatste vanwege zijn filosofie van het gelaat van de ander – de vreemdeling, de weduwe en de wees – waar een appel van uitgaat. Buber geeft eveneens aan dat de mens geen ‘ik’ op zichzelf is, maar dat je pas mens wordt in relatie. Je wordt meer jezelf door de ander: ‘Ich werde am Du’. Relatie en ontmoeting zijn wezenskenmerken van ons bestaan.”
Iconen
“In het gelaat van de ander licht voor christenen Christus op. Denk aan Mattheüs 25: ‘Wat je voor de geringsten van Mijn broeders hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan’. Op een andere manier zijn iconen daar een voorbeeld van. Dat zijn niet louter voorstellingen. Ze maken het in feite mogelijk ‘iemand te ontmoeten’. Essentieel in ontmoetingen is de blik van de ogen. Ook de gekruisigde Christus wordt voorgesteld met wijd geopende ogen. Hij is de Levende, Hij kijkt ons liefdevol aan en wil ons omarmen. Tegelijk is Christus ‘de Ziende’: Hij ziet de Vader en wil ons laten delen in dat zien van God. Mag ik voorts verwijzen naar de ogen van het Lam Gods op het bekende Gentse veelluik van de gebroeders Van Eyck? Die indringende blik van het Lam raakt ons diep in ons hart. Die ogen kijken ons vol barmhartigheid aan en roepen ons op de naaste lief te hebben en Zijn kerk te herstellen”, duidt Quicke.
Gast wordt gastheer
Die christelijke visie werkt hij in het vervolg van zijn boek uit. Daarbij is de overtuiging cruciaal dat in het gelaat van de ander Christus verschijnt. “De mens in zijn broosheid en met zijn kwetsuren brengt ons bij Christus. In die broze ander ontmoeten we de Heer. Het is hier dat de deugd van de gastvrijheid opduikt: we openen ons huis en ons hart voor die ander in nood. De gastvrijheid staat gegrift in het hart van de geloofsgemeenschap. In het Midden-Oosten valt dan geregeld de uitdrukking: ‘beitoena beitikum’: ‘Ons huis is uw huis’”, vertelt de auteur die van 2009 tot 2018 stafmedewerker was bij de Pauselijke Raad ter bevordering van de Eenheid onder de Christenen. Hij wijst erop dat gastvrijheid veel verder gaat dan “bed, bad en brood” – het lenigen van de fysieke noden van vreemdelingen. “Het omvat bovenal de erkenning van de ander in zijn menselijke waardigheid. Echte gastvrijheid is vaak het moeilijkste wat er is, maar tegelijk brengt ze onverwachte zegeningen teweeg.”
In de gastvrijheid vindt evenwel een merkwaardige omkering plaats. “Allereerst groeit het besef dat we allemaal als vreemdelingen te gast zijn in deze wereld. Ook de gastheer is een gast. En omgekeerd wordt de gast zelf de gastheer. Dat zie je in de duiding van het verhaal van de ontmoeting van Abraham en Sara met de drie vreemdelingen (Genesis 18) en bij de Emmaüsgangers (Lucas 24, 13-35). Het is geen toeval dat in de iconografie Abraham en Sara steeds meer van het toneel verdwijnen en de drie vreemdelingen op het voorplan komen als beeld van de Drie-eenheid. In de bekende icoon van Andrej Roeblev neigen Vader, Zoon en Geest in een cirkelvormige beweging naar elkaar. Er zit een liefdesdynamiek in en die cirkel is niet gesloten, maar open naar ons. Wij worden mee uitgenodigd aan de tafel van de Heer”, stelt Quicke. “Vergeten we niet dat het christendom ontstaan is aan een tafel: die van het Laatste Avondmaal. ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’ nodigt ons uit aan de eucharistische tafel, maar evenzeer tot dienstbaarheid door het voorbeeld van de voetwassing.”
Wonden genezen
In zijn boek wijst hij er verrassend op dat gastvrijheid begint met het helen van de wonden uit het verleden. “Daar speelt mijn ervaring met de oecumene. Ook het christendom is getekend door scheuringen, er zijn wonden geslagen. Waarachtige ontmoetingen waarbij met empathie naar elkaar wordt geluisterd, bieden de kans die wonden te helen. Als je je thuis voelt bij de ander, kun je veel met elkaar delen, ook je pijn en verdriet. Ieder van ons heeft kwetsuren, elk huisje heeft zijn kruisje. Door de gastvrijheid kan de kerk een gemeenschap van heling en verzoening zijn. Augustinus wees er al op dat de kerk een plaats moet zijn waar de gewonden worden verzorgd, zoals de herberg in de parabel van de barmhartige Samaritaan. Wie een herder in de kerk wil zijn, zal vanuit een barmhartige liefde de wonden liefdevol aanraken en verzorgen. De kerk moet een hospes, een herberg zijn waar het haardvuur brandt, de tafel gedekt is, brood en beker worden gedeeld en je op verhaal kunt komen. Ook Sint-Juliaan-der-Vlamingen is in Rome gebouwd als zo’n hospitium. Het moet een huis zijn waar iedereen welkom is. Het enige wat de kerk moet doen, is haar deuren openzetten voor iedereen. Het christendom zal gastvrij zijn of het zal niet zijn”, merkt de nieuwe rector van de Belgische kerk in Rome op.
De voorbije jaren bleef de deur van die nationale kerk en dat gastenhuis helaas gesloten. Vanaf deze maand opent de nieuwe rector opnieuw de deuren van Sint-Juliaan, niet alleen voor eucharistievieringen, maar ook voor de ontvangst van groepen. Vooral jeugdbewegingen en Erasmusstudenten hoopt hij in Rome te begroeten. “De kerk is geen museum, maar een ontmoetingsplaats van God en mensen. Het gaat niet om gepolijst marmer en vergulde plafonds, maar om de zorg voor de armsten en de ontmoeting van aangezicht tot aangezicht, van hart tot hart”, besluit Quicke. III
De Belgische kerk in Rome lanceert eerstdaags een nieuwe website: www.sangiulianodeifiamminghi.com
Gabriël Quicke, Van ontmoeting naar gastvrijheid, Halewijn, Antwerpen, 2021, 106 blz.
Bestellen kan via www.kerknet.be – Klik op shop.Gabriel Quicke